Mijn bevalverhaal (deel 2)
- charlenetb
- 24 nov 2024
- 7 minuten om te lezen
Trigger warning
Ik plaats deze trigger warning niet om je bang te maken, maar om je bewust te maken dat dit een intense en persoonlijke ervaring is geweest. Als je op dit moment zwanger bent, vraag jezelf dan af of je dit wilt lezen. Heb je zelf een traumatische bevalervaring gehad, overweeg dan of het lezen van mijn verhaal verstandig is en niets in jou triggert.
08:24 uur
Plots hoorde ik iemand zeggen dat ze het haar van de baby zagen… “Ze zien haar, ze is er bijna”, herhaalde ik in mezelf. In hoog tempo werden de eerste doeken naar beneden gehaald. In dat ene moment verdwenen alle pijnen en ongemakken naar de achtergrond, en mijn volledige aandacht ging naar het moment waarop ik ons meisje zou ontmoeten. Ik kon niets anders doen dan huilen van emotie. Daar is ze! Wat is ze klein, en wat is ze prachtig!
Na een paar seconden begon ze te huilen, en een golf van opluchting overspoelde me. Ze haalt adem, én ik ben hier nog. Een intense liefdesbubbel ontstond; we hebben het gehaald! Tranen van blijdschap stroomden over mijn wangen. De zwangerschap is voorbij, zij is hier. Ze werd even tegen het doorzichtige doek gehouden terwijl de artsen achter het doek met mijn buik bezig waren. Alles om me heen vervaagde; ik kon eindelijk genieten van dit bijzondere moment. Welkom, lieve Kailani Meiomi Djojo Cohen.
Kort daarna werd ze snel ingepakt. Een paar minuten later mocht Niels de navelstreng doorknippen en werd ze klaargemaakt om bij mij te liggen.
Mag ik onder narcose?
Aan de hand van de tijdstippen op de foto’s op mijn telefoon (iemand op de OK maakte foto’s voor ons) kan ik zien dat Kailani nog geen vijf minuten op mij heeft gelegen. Al snel voelde ik me onwel worden. Ik vroeg haastig of iemand haar kon pakken, want ik trok het niet. Opnieuw zakte ik helemaal weg. Tegelijkertijd zagen de verpleegkundigen dat Kailani aan het neusvleugelen was—een teken dat ze niet genoeg lucht binnenkreeg. Ze werd direct aan Niels gegeven, en haar zuurstofsaturatie werd gecontroleerd. Hier heb ik niets van meegekregen. Ik was zo van de kaart dat ik niet eens doorhad dat Niels naast mij zat, onze dochter in zijn armen, terwijl ze bezig waren met die controles.
Vanaf dat moment werd alles een nog grotere waas.
Kailani werd naar een aparte ruimte gebracht om zuurstof toegediend te krijgen, en Niels ging met haar mee. Ik bleef achter, alleen op de operatietafel. Maar ik weet niet meer waar ik was. Het voelde alsof mijn lichaam er nog lag, maar mijn ik, de essentie van wie ik ben, was vertrokken. Ik maakte me zorgen om Kailani, maar tegelijkertijd was mijn hoofd niet in staat om helder na te denken. Het is bijna niet uit te leggen; het was het meest extreme gevoel dat ik ooit heb ervaren. Later hoorde ik dat Niels nog een paar keer bij me is geweest terwijl Kailani in die aparte ruimte aan de beademing lag. Maar ik heb daar weinig van meegekregen. Zijn aanwezigheid voelde ik héél ver weg, alsof ik in een diepe tunnel zat. Het leek alsof ik ergens aan het einde van een lange hal angstig tegen de muur zat, terwijl Niels aan de andere kant door een raampje naar me probeerde te communiceren.
Het fysieke gevecht
Normaal gesproken wordt na de geboorte van een baby de placenta soepel verwijderd. Volgens de gynaecoloog is het meestal een kwestie van een schepbeweging en dan komt het los, zo legde Dr. Hendriks uit. Maar in mijn geval was de placenta vastgegroeid aan de baarmoederwand en kwam niet vanzelf los. Ze moesten hard trekken en werken om het los te krijgen, en uiteindelijk hebben ze de placenta in zes stukken verwijderd.
Daarbij bleef het niet; het bloeden stopte niet. Op een whiteboard in de OK noteerden ze telkens hoeveel bloed ik had verloren. Ik zag de cijfers snel oplopen en voelde aan de energie in de ruimte dat de situatie steeds ernstiger werd. Ik had geen idee wat er allemaal werd overlegd, ik was te ver weg om iets te begrijpen, maar ik voelde dat het niet goed ging. Twee extra mensen kwamen de kamer binnen, later bleek dat dit chirurgen waren.
Ik voelde me ellendig, angstig, en volledig hulpeloos. Mijn hele lichaam trilde, mijn armen kregen een branderig gevoel en verkrampte volledig. Een anesthesioloog bleef me monitoren en probeerde me gerust te stellen, terwijl ik van de ene medicatie naar de andere ging. Ik kon alleen huilend uitbrengen: “Ik ben bang.” Het was te veel. Ik wilde niets meer voelen, niets meer meemaken. Op een gegeven moment fluisterde ik bijna smekend: “Mag ik alsjeblieft onder narcose?”Ik wilde dat het klaar was, dat ik deze helse ervaring kon overslaan en direct kon doorspoelen naar het moment dat ik rustig met Kailani op de kamer zou liggen.
Maar de narcose kwam er niet. Volgens de anesthesioloog was dit niet nodig.
Het voelde zo eenzaam
Terwijl de artsen druk bezig waren om de bloeding te stoppen, kwam Niels naar me toe. Plotseling brak zijn stem door de waas heen: "Schat, kijk me aan." Die woorden drongen diep tot me door. Hij vertelde dat hij met Kailani naar boven moest gaan, en daarna verloor ik opnieuw alle contact met mijn omgeving.
Ineens lag ik daar helemaal alleen. Ik was zo ver afgedreven dat ik achteraf besef: ik dissocieerde. Dissociatie ontstaat vaak als reactie op extreme stress of trauma. Het voelde alsof ik buiten mijn lichaam stond—aangeslagen, verdoofd, afgesloten van de realiteit. Dit was waarschijnlijk mijn geest die zichzelf probeerde te beschermen tegen de overweldigende situatie.
Ik wist niet meer precies wat er allemaal was gebeurd, alleen dat ik me intens eenzaam en onveilig voelde. Ik verzamelde al mijn moed om uiteindelijk te vragen: “Is het klaar? Is het bloeden gestopt?” Eindelijk hoorde ik dat het voorbij was.
De oplossing
Ze hebben het bloeden uiteindelijk onder controle gekregen met medicatie via het infuus, waardoor mijn bloed begon te stollen. Daarnaast werd mijn baarmoeder gevuld met een lange strook gaas (een gaastamponnade) om druk uit te oefenen op de bloedvaten. Tot slot hebben ze een Bakri-ballon geplaatst: een siliconen ballon gevuld met zoutoplossing die extra druk uitoefende om het bloeden te stoppen.
"Mag ik nu naar mijn dochter?"
Eindelijk, toen deze nachtmerrie voorbij was, mocht ik van de OK naar de uitslaapkamer worden gebracht. Het eerste wat ik vroeg, was: “Mag ik nu eindelijk eten?” Ik had zulke enorme honger dat ik het liefst meteen in bed wilde kruipen, mezelf klein wilde maken en eten tot ik vol zat.
In de uitslaapkamer bleef ik echter langer dan verwacht. Mijn bloeddruk bleef schommelen en daarom moest ik daar blijven. Ondertussen voelde ik een groeiende onrust. Ik vroeg telkens: “Mag ik al naar mijn dochter?” Ik had haar maar vijf minuten gezien en werd steeds nerveuzer: Mijn kind heeft mij nodig! Ze moet toch gevoed worden? Maar de verpleging kon me weinig vertellen over haar toestand. Zonder telefoon kon ik ook Niels niet bereiken. De onzekerheid vrat aan me.
Naar de NICU
Na uren (althans, zo voelde het) bleven mijn waardes eindelijk stabiel en mocht ik naar boven. Een verpleegkundige vroeg: “Mevrouw, wilt u eerst naar uw kamer zodat u morfine kunt krijgen, of wilt u naar de NICU naar uw partner en dochter?”
De NICU? Mijn hart zakte weg. Dat woord triggerde meteen alle angsten die ik tijdens de zwangerschap had gehad. Bij eerdere ziekenhuisopnames werd ik al voorbereid op de mogelijkheid van een spoedkeizersnede en een opname op de NICU. De kinderarts destijds had me verteld over risico’s als ontwikkelingsstoornissen door vroeggeboorte. Dat hele scenario flitste door mijn hoofd. En nu? Mijn dochter op de NICU?
Zonder aarzelen zei ik: “Ik wil naar mijn dochter en partner.” F*ck die morfine.
De ontmoeting
Het was inmiddels ruim na 11:20. Ik was om 08:00 naar de OK gebracht en had verwacht rond 10:00 klaar te zijn. Maar nu was het ruim later, en mijn zenuwen schoten door het dak. In mijn ziekenhuisbed werd ik naar boven gerold. Zodra om de hoek van het kamertje op de NICU waren, kreeg ik een brok in mijn keel. Ik hoorde Niels al praten en voelde het zweet onder mijn oksels prikken. Hoe ging het met Kailani? Wat zou ik aantreffen?
In de kamer werd snel ruimte gemaakt zodat mijn bed erin kon. Toen ik haar eindelijk weer zag, brak ik. Ik kon niets anders dan huilen. Ik had haar eindelijk in mijn armen, en dat moment voelde alsof alles even stil stond. De hereniging met Niels, mijn veilige haven, gaf me de rust die ik zo hard nodig had.
Kailani had moeite gehad om goed op gang te komen en had daarom zuurstof toegediend gekregen. Gelukkig ging het, eenmaal op de NICU en knuffelend met Niels, al snel beter. Na die spannende uren mochten we haar uiteindelijk meenemen naar mijn eigen kamer. Ik voelde een enorme dankbaarheid.
Hevige Naweeën
Maar het was nog niet voorbij. De naweeën kwamen op, en ze waren onbeschrijfelijk pijnlijk. Holy sh*t, wat deed dit pijn! Ik had gehoord dat naweeën na een keizersnede vaak heviger kunnen zijn, maar dit was echt onmenselijk. Mijn baarmoeder had het flink te verduren gehad, en de combinatie met een grote buikwond maakte het alleen maar erger. Ik kon weer alleen maar huilen, deze keer van pure pijn.
Het was allemaal zo intens, maar ik was eindelijk bij mijn dochter en voelde, ondanks alles, dat we samen sterk genoeg waren om dit avontuur aan te kunnen.
We mogen eindelijk gaan genieten, toch?
Eenmaal terug op mijn kamer, konden we met z’n drietjes eindelijk de familie inlichten dat Kailani was geboren. Het leek alsof alles nu echt voorbij was. Ik had nog wel gaas en een ballon in mijn baarmoeder en een katheter in, maar dit was het laatste stuk van de keizersnede en dan zouden we de dag erna naar huis kunnen. Althans, dat dachten we.
Comments